Een erfgoedcollectie is geen supermarkt
Er moet me iets van het hart: een lokale erfgoedcollectie is géén filiaal van een supermarkt. Toch lijkt de lokale erfgoedsector steeds vaker behandeld te worden alsof dat wél zo is. Een kwestie van “wie betaalt, bepaalt”. De indeling van de winkel en de inhoud van de schappen, allemaal gedicteerd van hogerhand. Weinig ruimte voor een eigen aanpak, laat staan een eigen uitstraling, visie of missie. Het is een kwestie van gedwongen winkelnering.
Mijn persoonlijke associatie met gedwongen winkelnering gaat terug naar mijn jeugd in Murmerwoude (nu onderdeel van Damwoude). Mijn oom had een groente- en fruitwinkel in het naastgelegen Akkerwoude. Regelmatig fietste ik met een bruine kunstleren boodschappentas en een boodschappenlijstje van mijn moeder naar zijn winkel. Er was dichterbij ook een groentezaak, maar mijn moeder koos voor familie: loyaal, maar feitelijk ook een beetje verplicht. Zijn producten kwamen van de veiling in Dokkum. Veelal lokaal geproduceerd. Toen de supermarkt zijn opmars maakte, was het lot van mijn oom bezegeld. Groenten en fruit smaakten daarna nooit meer hetzelfde.
De lokale erfgoedsector verkeert vandaag in een vergelijkbare situatie — niet langer afhankelijk van familiebanden, maar van subsidies en donaties. En daarbij geldt wie betaalt, bepaalt! Vaak wordt niet alleen geld gegeven, maar ook bepaald hoe collecties beheerd moeten worden, welke systemen gebruikt moeten worden, en op welke manier informatie ontsloten moet worden. Lokale collectiebeheerders verworden, als ze niet oppassen, tot filiaalhouders die vooral het centraal bepaalde assortiment uitstallen.
Ja, bij overheden en koepelorganisaties zit veel kennis. Maar dat rechtvaardigt geen systeem waarin lokale voorkeuren, inzichten en zeggenschap ondergeschikt raken aan centrale regie. Erfgoed is geen eenheidsworst die je volgens een blauwdruk kunt beheren. Elke collectie heeft zijn eigen verhaal, zijn eigen context, zijn eigen dynamiek en cultuur. Elke collectiebeheerder is trots op de eigen collectie en wil dit kunnen uitstralen.
Onlangs sprak ik met een provinciale koepelorganisatie die benieuwd was naar de mogelijkheden van ErfgoedCMS™. In dat gesprek legde ik uit dat ons systeem juist draait om samenwerking en lokale autonomie: geen standaardpakket dat je moet afnemen, maar een coöperatief model met dito infrastructuur dat ruimte laat voor lokale keuzes. De reactie liet zien dat dit onderwerp leeft — en niet alleen in de erfgoedsector. Overal ontstaan initiatieven die teruggrijpen op lokale kracht: van energiecoöperaties, zorginstellingen tot streekproducten. Van Top-Down naar Bottom-Up.
En daarmee kom ik weer bij mijn oom, hij ventte met zijn blauwe VW-transporter langs de huizen en liet kinderen een halve appel proeven. Hij brak daarvoor simpelweg een hele appel in tweeën met zijn blote handen. Hij wist: echte verbondenheid ontstaat niet door dwingende afspraken, maar door keuzevrijheid en vertrouwen.
Dat is precies wat de lokale erfgoedsector nodig heeft: geen centrale supermarktmentaliteit, maar ruimte voor eigenheid, lokale trots en maatwerk. En om die reden geef ik graag een gratis en vrijblijvend proefabonnement weg*. Gelukkig hoef ik daarvoor geen appel doormidden te breken, want dat is mij, tot op de dag van vandaag, nog niet gelukt.
* Een reactie sturen via het onderstaande formulier volstaat.